De plek, waar de wijnstok staat, bepaalt de wijn. Dit geldt zeker in Europa, de oude wijnwereld. Maar ook elders, in de nieuwe wijnwereld, wordt de plek belangrijker. De impact van die ‘plek’ bestaat uit twee delen: het terroir en de regio (appellatie). Volgend citaat van een filosoof past dan ook perfect op de wijnstok:
"De mens ontwikkelt zijn handelingen en kwaliteiten naargelang zijn omgeving."
Verbazend hoe een wijnstok op de mens lijkt 😉.
Het terroir.
Dit Franse woord betekent de unieke natuurlijke eigenschappen van de ‘plek’, en werd voor het eerst gebruikt in de 12de eeuw. Waarom terroir nooit vertaald werd is onbekend, maar in dezelfde eeuw verscheen dit woord reeds in de Engelse taal.
Het aardoppervlak én het klimaat bepalen het terroir. Aan de evenaar is het klimaat tropisch heet en aan de polen ijskoud. Ongeveer halfweg groeit de wijnstok ideaal, zowel in het noordelijk als zuidelijk halfrond. We zijn gezegend, want haast heel Europa ligt op de perfecte breedtegraad.
Door de vier elementen (foto) kan de druif rijpen, smaken ontwikkelen (zoet, zuur, bitter, tannine) en aroma’s aanmaken. Zonnestralen en UV beïnvloeden de aroma’s en verzachten de tannine. Warmte zorgt voor evenwicht tussen zuur en suiker. Water is er niet zo veel nodig. Het geeft volume aan de druif en creëert smaken als zuur en zoet. Tot slot, de samenstelling van de grond is essentieel voor de kwaliteit en wijnstijl (vol, intens, strak...)
De foto boven toont de wijngaarden op de hellingen en vlakkere delen aan de Mosel. Hellingen zorgen voor intenser zonlicht en excellente water afvoer. Je ziet ook dat elke hellingen een andere zon oriëntatie heeft: zuidoost is de warmste zon oriëntatie, noord de koudste.
De leisteen bodem heeft een donkere kleur waardoor er ’s nachts meer warmte is. Leisteen buffert perfect water, zodat de wijnstok ook bij droogte water heeft.
De samenstelling van de bodem bepaalt naast de wijnstijl vooral de kwaliteit. Champagne en Bourgogne zijn bekende voorbeelden van kalkgronden. De Mosel kent zijn leisteen.
Maar elke druif past niet op elke grond. Ook druiven hebben voorkeuren. Bijvoorbeeld, Pinot Noir en Nebbiolo druiven zijn verzot op kalk.
De wijnboer doorgrondt de terroirs en kiest de juiste druiven voor zijn unieke wijnen. Tevreden pakt hij het "Cahier de Charge" en opent de eerste bladzijde... Wil je weten wat hij leest? Klik op het artikel "de plek : appellatie".
Ontdek in deze reeks van 6 artikels de wereld van de wijnmaker en het proces
wijn maken, van druif tot glas:
de druif - de plek: terroir - de plek: appellatie - wijnbouw & oogst - vinifcatie & rijping