Net als sport vereist wijnproeven techniek, oefening, concentratie en doorzetting. Iedereen, van 18 tot 99 jaar, kan het leren! Het is de kunst om een wijn te beschrijven, zinvolle conclusies te trekken en ervaringen te delen. Het gebruik van een gestructureerde wijn taal is essentieel voor een effectieve communicatie, discussie en wijnselectie. Drie voorbeelden van systematische proefmethoden zijn: KARAAT (a) is de meest recente ontwikkeling, geĂŻnspireerd op WSET (b). De derde (c) toont voorbeelden van puntenmethodes, gebruikt in de pers (klik om te vergroten, engelstalig).
Zowel KARAAT als WSET hanteren een systematische aanpak. Beide methoden presenteren de proefstappen aan de linkerkant (zien, ruiken, smaken, voelen) en aan de rechterkant worden de aroma's weergegeven, onderverdeeld in types en groepen. Het gestructureerde schema bepaalt hoe we wijn beschrijven. We zeggen niet "de wijn heeft veel zuren", maar we kiezen tussen de termen als 'laag, gemiddeld en hoog'. We kunnen voor onszelf of in groep deze termen afstemmen. Consistent proeven helpt bij het kiezen van de juiste wijn bij gerechten. Bijvoorbeeld een wijn met 'hoog' zuurgehalte past bij een fris slaatje; een wijn met 'lage' zuren eerder bij een rijk risotto gerecht.
Het aroma-bouquet van een wijn is super essentieel. De wijn taal hiervoor staat aan de rechterkant. De aroma's zijn onderverdeeld in Primair (uit druif & terroir), Secundair (gevormd tijdens vinificatie) en Tertiair (ontstaan bij rijping). Om aroma's gemakkelijker te herkennen, worden ze gegroepeerd, zoals "rood fruit" of "hout". Aroma's onthullen details van het wijn maken proces en dragen bij aan food-pairing. Bijvoorbeeld, kruidige aroma's passen goed bij een BBQ. (Klik hier voor de proefmethode KARAAT als voorbeeld.)
open een fles wijnÂ
en volg de 8 stappen
1. KleurÂ
We observeren de helderheid (troebel–helder), de kleur (paars–robijn–granaat–bruin) en de intensiteit (licht–gemiddeld–diepdonker).
2. Aroma
We ruiken de
intensiteit/sterkte (laag–gemiddeld–hoog). Neem de tijd om de
aroma(groepen) te onderscheiden, zoals rood fruit (aardbei, framboos),
specerijen (peper), kruiden (tijm), hout (vanille, noot) en  rijping (leder). Dit geeft het aromaprofiel
dat varieert van weinig aroma’s naar veel aroma’s: simpel –gemiddeld–complex.
3. Zoet
De suiker in de wijn bepaalt de zoetheid (droog–halfzoet–zoet) met eventueel een stroperig gevoel.
4. Zuren
We smaken de zuren (laag–gemiddeld–hoog) en merken de onmiddellijke aanmaak van speeksel in verhouding tot deze zuren, aangevuld met het gevoel van frisheid tot… scherpte.
5. Alcohol
We voelen de warmte en viscositeit (laag–gemiddeld–hoog)
6. Tannine (bitter)
Tannine smaakt bitter, We voelen het uitdrogende effect in de mond (laag–gemiddeld–hoog).
Tannine vinden we enkel in rode wijn, maar ook in witte wijn kan je een
bittertje opmerken.
Â
7. Body
We voelen de
fysieke sensatie van wijn, zoals gewicht, textuur , viscositeit. Â Dit varieert van een waterig gevoel tot een
dikkere stroop… Mondgevoel: licht–halfvol–vol
8. Afdronk
Hoeveel seconden smaken/ruiken we de aroma’s na het doorslikken of
uitspuwen? Enkele seconden, 10 of meer seconden of zelfs minuten. We interpreteren de duur (kort–gemiddeld–lang)
Â
Op basis van jouw observaties en interpretaties maak je jouw kwaliteitsconclusie. We proeven de 8 stappen zo objectief mogelijk, maar we erkennen onze menselijke aard en beseffen dat subjectiviteit onvermijdelijk is. Welke kenmerken maakte jouw wijn een goede, zeer goede of uitmuntende ervaring?
Je bent klaar voor de volgende fase... detailleer en nuanceer je conclusie.
Volg onze Basiscursus, de introductie tot wijn & wijnproeven. Of onze sessie wijnproeven.